Outdoor atletieknieuws

2013: een boerenjaar voor Katoke en ook een beetje voor Jill

Het pisteseizoen loopt stilaan ten einde, tijd dus om de balans op te maken van de voorbije zomer.

Na de 3 medailles die ALVA reeds deze winter op diverse kampioenschappen te beurt vielen, konden onze atleten daar voorbije zomer nog eens 6 medailles aan toevoegen. Daarbovenop werden op kampioenschappen en op hoogstaande competities als de Flanders-Cupwedstrijden, mooie resultaten geboekt en vinden wij ALVA terug in de top van de rankings met de beste prestaties.

Een overzicht:

In het speerwerpen behaalde Katoke Van den Brulle goud op het PK scholieren, het kampioenschap van Vlaanderen scholieren, het BK scholieren en het WK voor scholen. Zij veroverde zilver op het KvV AC en het BK AC. In de winter had zij ook reeds de titel behaald op het PK indoor kogel en werd zij deze zomer 8ste in de finale van de 100m horden bij de scholieren. Katoke voert tevens autoritair de ranking aan als beste speerwerpster in haar categorie en bekleedt daarmee ook nog eens de 20ste plaats op de wereldranglijst. Met de speer van 600gr (seniors) vinden wij haar terug op rang 4. Op elke FC-wedstrijd waar zij aan deel nam stond zij, als scholier, achteraf op het podium, dat meestal internationaal getint was.

Jill De Brouwer behaalde deze winter brons op de 800m tijdens het PK indoor maar mistte nipt het brons (4de) op het PK veldlopen korte cross. Hij revancheerde zich deze zomer door de titel en goud te pakken op het PK 3000 steeple. Op datzelfde nummer werd hij later 6de op het BK.

Onze 10de medaille (zilver) werd door Koen De Veylder behaald op het PK 800m.

Wat trofeeën betreft bleven onze andere atleten met lege handen achter. Dat doet uiteraard niets af aan hun verdienste. Ook zij gaven het beste van zichzelf en zetten ALVA mee op de kaart.

Bij al dat positieve mogen wij niet blind blijven voor de minpuntjes. Onze kern wedstrijdatleten, en dan voornamelijk bij de jeugd (cadetten, scholieren), blijft te beperkt. Het is uitkijken naar de allerjongsten en voornamelijk naar de verhoopte doorstroming ervan.

En natuurlijk ook het zeer wrange gevoel dat achterblijft bij het vertrek van wat één van onze speerpunten had moeten zijn.